Cognitieve gedragstherapie voor insomnie (CGT-I)

Waarom CGT-I?

U bent vast weleens voor uw slapeloosheid bij de huisarts geweest. Vaak wordt dan voor een korte periode slaapmedicatie voorgeschreven. Langdurig dagelijks gebruik van slaapmedicatie kan leiden tot afhankelijkheid en gewenning, hetgeen inhoudt dat iemand niet meer zonder medicatie kan slapen en er steeds meer van nodig heeft. Uit onderzoek blijkt dat het beter werkt om een cognitieve gedragstherapie voor insomnie (CGT-I) te volgen.

Effecten

Insomnie betekent slapeloosheid. Onderzoek naar de effectiviteit van deze behandeling laat zien dat de positieve effecten op het verkorten van de instaaptijd en op de slaapkwaliteit groot zijn, en dat het positieve effect op het aantal keer dan men 's nachts wakker wordt, de duur van het wakker zijn 's nachts en de totale slaaptijd gemiddeld is.

De SLAAPP App met haar slaaplogboek, vragenlijsten en activity-trackers ondersteunt met behulp van machine learning deze behandel methode.

Sessies

CGT-I bestaat uit 9 sessies:

  • Sessie 1 Slaapanamnese
  • Sessie 2 Informatie en slaaphygiëne
  • Sessie 3 Slaapgedrag en pauzemomenten
  • Sessie 4 Ontspanning en cognitieve therapie
  • Sessie 5 Aan de slag met automatische gedachten
  • Sessie 6 Vervolg cognitieve therapie
  • Sessie 7 Evaluatie
  • Sessie 8 Follow-up na één maand
  • Sessie 9 Follow-up na drie maanden


Kernelementen

Onderdeel Beschrijving
Psycho-educatie Informatie over slaapbehoefte, de functie van slaap en informatie over slaapstoornissen en insomnie.

Slaaphygiëne Informatie over dagelijks gedrag en gewoonten die de slaap kunnen bevorderen of belemmeren. Dit omvat meestal informatie over leefstijl (bijvoorbeeld voedsel, cafeïne, alcohol, stress) en slaapkamer (bijvoorbeeld temperatuur, licht, matras).

Stimuluscontrol Patiënten wordt geleerd om hun bed weer met slaap te associëren (in plaats van met wakker liggen). Dit houdt in dat het bed alleen nog gebruikt wordt voor slapen (en seks) en niet voor andere activiteiten zoals lezen of televisiekijken. Als mensen 15-30 minuten wakker liggen, moeten ze het bed uit en pas weer teruggaan als ze slaperig zijn. Dit wordt net zo lang herhaald totdat men slaapt. Verder is de tijd van opstaan gelijk, ongeacht hoe laat men uiteindelijk in slaap is gevallen. De vaste uren voor het opstaan in de ochtend helpt het slaap-waakritme te stabiliseren en een meer uitgesproken verschil tussen slapen en waken te bereiken.

Slaaprestrictie Bij slaaprestrictie wordt de tijd in bed beperkt. Door de bedtijd te beperken, slapen patiënten minder en hierdoor wordt hun slaapdruk verhoogd. Als gevolg hiervan hebben ze minder moeite met in slaap vallen en in slaap blijven. Meestal wordt het aantal uren in bed beperkt tot het gemiddeld aantal uren slaap in de week voorafgaand aan het starten van de slaaprestrictie. Als de patiënt uiteindelijk 80-90% van de tijd dat hij in bed ligt daadwerkelijk slaapt, wordt de bedtijd verlengd met 15 of 30 minuten. Dit proces herhaalt zich totdat het gewenste aantal uren wordt bereikt of totdat het percentage slaap weer afneemt.

Uitdagen cognities Patiënten wordt geleerd om hun misvattingen over slaap te identificeren en deze hierna uit te dagen (bijvoorbeeld 'Ik moet acht uur slapen om goed te presteren de volgende dag'). De behandeling kan ook worden gericht op het identificeren en uitdagen van andere gedachten die de patiënt 's nachts wakker houden; dus met een meer algemene vorm van cognitieve therapie.


Meer weten?

Wilt u meer weten was SLAAPP en CGT-I voor u kan betekenen. Neem dan contact op met info@slaapp.nl.